De economie moet na de coronacrisis op een eerlijkere manier worden ingericht, dat zei minister Sigrid Kaag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking vanmorgen in Vlissingen. Kaag hield daar een voordracht ter vervanging van de Van Randwijklezing. Daarnaast vindt ze dat de coronacrisis niet als excuus mag worden gebruikt om globalisering en internationale samenwerking een halt toe te roepen. Samenwerking is volgens Kaag juist nodig om onder andere de toenemende Jodenhaat te bestrijden en grondrechten te beschermen.

In haar lezing, die een kwartiertje duurde, legde ze een verband tussen de Tweede Wereldoorlog en een andere periode waarin we 'collectieve onvrijheid' ervaren: de coronacrisis. "We voelen wat het betekent om niet zorgeloos door de stad te lopen." En: "Onze zekerheden zijn onzeker geworden."

'Virus discrimineert niet, maar zwaksten worden hardst geraakt'

Het is het moment volgens Kaag om keuzes te maken en niet te vervallen in oude gewoontes. "Want als het virus straks is bestreden, zullen de economische gevolgen voor velen voelbaar blijven. Het virus discrimineert niet op uiterlijk, religie of geslacht, maar de gevolgen ervan treffen de meest kwetsbaren het hardst.""En daarom kunnen we niet anders dan op een andere manier kijken naar hoe we leven, werken, welvaart creëren en welvaart verdelen", zei de minister.

Vakkenvuller vs. beurshandelaar

Ze wil dan ook meer waarde geven aan waardevolle zaken. "Wat is vitaal in onze samenleving? Het onderwijs, de zorg, onze kunst en cultuur... lijkt de supermarktmedewerker niet vitaler dan de beurshandelaar?", sloot ze haar opsomming af.

De voordracht die minister Kaag hield, komt in de plaats van de jaarlijkse Van Randwijklezing. De minister was voor dit jaar uitgenodigd de lezing uit te spreken, maar die kon vanwege de coronamaatregelen niet door gaan.

De lezing vindt normaal gesproken plaats in de Sint Jacobskerk in de binnenstad van Vlissingen. Omdat er geen publiek aanwezig mocht zijn, is er gezocht naar een intiemere locatie en viel de keuze al snel op de Oranjemolen. De molen staat naast Uncle Beach, de plek waar in 1944 de geallieerden landden om Vlissingen te bevrijden.

Kaag richtte zich in haar voordracht ook tot critici die van mening zijn dat de coronacrisis het einde betekent van de globalisering en internationale samenwerking. Een 'gemakkelijk' verwijt, volgens Kaag, en vooral een manier voor de critici 'om te bepleiten wat ze altijd al bepleitten', zoals nationalisme en protectionisme.

"Een eeuw geleden raasde de Spaanse griep over de wereld, in een tijd dat er geen enkele intercontinentale passagiersvlucht, geen handelsverdrag en geen Schengenzone met open grenzen bestond."

Ze vindt niet alles zaligmakend aan globalisering. Maar ze ziet meer in 'betere afspraken met strengere scheidsrechters', dan het de rug toe te keren en het nationalisme te omarmen. Nederland heeft volgens Kaag meerdere crises bezweert dankzij een open samenleving.

'Zaaiers' en 'schreeuwers'

Een punt wat ze gebruikte om te waarschuwen voor onverdraagzaamheid, de toenemende agressie tegen Joden en het rechts-extremisme en etnisch-nationalisme dat de kop opsteekt 'internationaal, maar ook in Nederland'. Stromingen die bestaan uit 'zaaiers van verdeeldheid en ontwrichters' en 'schreeuwers met een alternatief voor de democratie'.

Instituties als Europa en de Verenigde Naties - hoewel niet altijd even populair -, onafhankelijke rechtspraak en rechten voor minderheden moeten we volgens Kaag juist koesteren.

"Het zijn levende monumenten van de lessen van de donkere randen van onze geschiedenis (...) die lieten zien wat de uiteindelijke consequentie kan zijn van antisemitisme, xenofobie en racisme."