De gemeenten Veere, Vlissingen, Middelburg, Terneuzen en Goes krijgen een stuk van het lichtmonument 'Levenslicht' dat gisteren in Rotterdam is onthuld. Het monument, dat bestaat uit 104.000 lichtgevende stenen, staat voor het overlijden van de Joodse, Roma en Sintislachtoffers van de Holocaust.
Op 27 januari is het 75 jaar geleden dat het concentratiekamp Auschwitz werd bevrijd. Om mensen in hun eigen gemeente te betrekken bij dit oorlogsverleden is dit lichtmonument gemaakt door kunstenaar Daan Roosegaarde. In de herdenkingstraditie van de Joodse, Roma -en Sinticultuur zijn stenen belangrijk. Met 104.000 lichtgevende herdenkingsstenen (gelijk aan het aantal slachtoffers uit Nederland) staat het kunstwerk symbool voor de impact van de Holocaust.
Het monument heeft een diameter van 20 meter en ligt op dit moment aan de Maas in Rotterdam. De stenen lichten in het donker op. Levenslicht wordt nu door 170 gedeeld en verdeeld onder 170 gemeenten in Nederland. Elke deelnemende gemeente krijgt ruim 600 stenen en een zuil die ultraviolet licht uitstraalt, waarmee het kunstwerk nagebouwd kan worden. Vanaf 22 januari tot en met 2 februari is het mogelijk om ook in Zeeland het monument te bezoeken.
Waar komen die stenen precies?
In de gemeente Middelburg wordt het monument op maandag 27 januari onthuld op het Abdijplein. De gemeente Terneuzen en Goes laten weten dat hun monumenten waarschijnlijk in of rond het stadhuis geplaatst worden. Vlissingen neemt dinsdag een besluit over waar het monument komt te staan. In Veere moeten ze er ook nog voor gaan zitten.
Schouwen-Duiveland niet
De gemeente Schouwen-Duiveland doet, ondanks haar geschiedenis met de holocaust, niet mee met het plaatsen van het monument. Burgemeester Rabelink: "Er zijn vanuit het nationaal comité 4 en 5 mei verschillende opties aangedragen. Daarvan doen wij vanuit de gemeente er een aantal wel, zoals het vrijheidsontbijt, de vrijheidsexpress, een aantal themabijeenkomsten, en een concert in de marinierskapel."
"Het enige waar wij niet aan meedoen is het plaatsen van het kunstwerk. De redenen hiervoor zijn de kosten, de haken en ogen qua beveiliging van het kunstwerk en de keuze van de locatie waar het monument moet komen te staan", aldus Rabelink. De kosten voor het monument bedragen 2.000 euro per gemeente.